Waar het op neer komt bij Machandel? Oprichter Piet Glasbeek hoeft geen seconde na te denken: “Bij voedsel draait alles om openheid en verantwoording. Openheid over de herkomst en de totstandkoming van onze producten. Een eerlijke prijs voor de boeren met wie we samenwerken. En verantwoording ten overstaan van de afnemers en de mensen die voor je werken.”
In 1978 oogst Piet het veldje witte kolen dat hij uit liefhebberij naast de woonboerderij in het Friese Haulerwijk heeft geteeld. Een partij op en top gezonde kool, gekweekt zonder bestrijdingsmiddelen of onnatuurlijke meststoffen. Al met al een hele berg. Maar wat moet hij ermee? Piet besluit de biologisch-dynamische oogst in de schuur achter huis te verwerken tot zuurkool. Handmatig verpakt rijpt de zuurkool in houten vaatjes met jeneverbessen voor de smaak, naar recept van zijn grootmoeder. In het oud-Fries heet de jeneverbes ‘Machandel’, de naam voor de prille onderneming. “Want niet onbelangrijk, ik wist de vaatjes zuurkool ook aan de man te brengen.”
Het kweken van voedsel heeft Piet als boerenzoon van huis uit meegekregen. Maar zijn interesse steekt dieper. Al tijdens zijn studie aan de sociale academie runt hij in het Amsterdam van de jaren zestig een winkeltje in biologische producten, uit onbehagen en verzet tegen de verregaande vervreemding in de voedselketen. Het bio-winkeltje is in al zijn bescheidenheid een statement: “Ik vind dat je moet weten waar je eten vandaan komt. Anoniem voedsel, daar moeten we van af. En het is waanzin om gif te spuiten over iets dat je even later in je mond stopt.” Piet studeert af en begint aan zijn loopbaan in het maatschappelijk werk. Maar zijn denkbeelden over zuiver biologische voedselproductie laten hem niet los, geleidelijk aan rijpt de gedachte om zijn idealisme daadwerkelijk handen en voeten te geven. De zuurkooloogst uit 1978 is het kantelmoment.
Piet leert de kleine wereld van biologische en biodynamische boeren kennen. De een teelt zilveruitjes, anderen doen in bonen en peulvruchten. Hij sluit lange termijnverbintenissen met de kwekers. “Ik zocht de boeren op en samen trokken we het veld in. En zo werken we nog steeds, ook met onze buitenlandse leveranciers van olijven, kikkererwten en pinda’s. Je moet namelijk praten met elkaar: als ik deze kwaliteit wil hebben waar loop jij dan tegenaan en hoe lossen we dat op? Dat duurt jaren, maar uiteindelijk kom je gezamenlijk tot het beste product. De oogstprijs is daarbij van belang, maar ondergeschikt aan het onderling vertrouwen. Boeren moeten kunnen leven van hun land om in weer de grond te kunnen investeren. En wij moeten van ieder erwtje kunnen zeggen: dat komt daar vandaan en is onder die omstandigheden gekweekt.”
De vaatjes van Machandel worden al in de begintijd ingewisseld voor de meer praktische glasverpakkingen en de glazen potten met onder andere maŃ—s en tomaten vinden hun weg naar de ontluikende ketens van natuurvoedingswinkels. Piet: “Destijds nog een woelige branche, waar het niet altijd even zakelijk aan toeging maar die mettertijd de volwassenheid heeft bereikt. Ook met onze afzetkanalen hebben we duurzame relaties gesmeed door veelvuldig te overleggen. Waar hebben jullie behoefte aan? Lijkt jullie dit niet een waardvolle aanvulling voor het assortiment?” Zo brengt de productontwikkeling van Machandel biologische merktoppers voort als de romige mayonaise en de pindakaas. “Door ons niet over te leveren aan de supermarkten met hun grillige inkoopgedrag hebben we het hoofd boven water weten te houden en zijn we gestaag meegegroeid met de biologische markt.” Vandaag de dag nemen private labels niettemin een aanzienlijk deel van de productiecapaciteit in beslag. Maar dan wel op basis van vergelijkbare overeenkomsten als met de natuurvoedingswinkels: langjarig om het voortbestaan van alle schakels in de productieketen te waarborgen.
“Machandel werkt met biologisch-dynamische ingrediënten, tekorten vullen we aan met biologische grondstoffen. Onze voorkeur voor biologisch-dynamisch heeft te maken met de toewijding van de Demeter-boeren. Zij halen een hoger kwaliteitsniveau vanwege de zorg voor de grond en het milieu. Als hoeders van deze aarde, moeten wij hen koesteren.”